Aardappel

Kruidachtige, vaste plant die als eenjarige plant geteeld wordt. De stengels met een ronde of hoekige doorsnede vormen randen waaruit gesteltakken of ribben ontspringen, die meestal groen en soms rood of paars zijn. De plant heeft samengestelde bladeren. De bloemen zijn hermafrodiet en zelfbestuivend, en variëren van wit tot paars al naargelang de soort. De vrucht, een bolvormige of ovale bes met een diameter van 1 tot 3 cm, is voorzien van twee holtes die kleine, ovale, platte en doorgaans groene zaden bevatten, en groeit enkel in koude gebieden. Aan de plant groeien karakteristieke knollen, de bolle uiteinden van de uitlopers, waarin de voedselreserves worden opgeslagen. Hun grootte, kleur en vorm varieert van rond tot lang en minder of meer afgeplat, afhankelijk van de variëteit.